door Corrie de Wit
Ik mijmerde (dat doe ik veel na het afschaffen van de Menno Mijmeringen) welke voorgangers heb ik zo al meegemaakt? Ds. E. Boer, Ds. B.K. Homan, Ds. B. Post, Ds. Rendert Gaaikema, Ds. Folkert van der Meulen, Ds. Frits Groeneveld, Ds. Tjalling Kindt, Ds. Jaap Brüsewitz, Br. IJke Aalders.
Met het voortschrijden der tijden veranderde de aanspreektitel ‘dominee’ naar Rendert, Folkert enz. De oplettende lezer zal het bij dit rijtje zijn opgevallen dat er geen enkele vrouw ooit (ook vóór ds. Boer niet) de trap naar onze kansel heeft beklommen. En dat terwijl de eerste vrouwelijke dominee in Nederland, de doopsgezinde Anna Zernike was!
En nu is op 8 januari 2023 ingezegend:
Cocky Brouwer, vrouw van Henriëtte van Duné; willen we het nog vrouwelijker hebben?
In de tijd van b.v. dominee Post werd er tijdens het beroepingsgesprek opgelet dat de kandidaat in het bezit (ja toen waren vrouwen nog het bezit van..) waren van een echtgenote, die geacht werd de zusterkring te gaan leiden. Bij het aantreden van Rendert Gaaikema was de zusterkring al ter ziele, of misschien nog net niet. In elk geval was er geen voorzitster nodig in de vorm van de domineesvrouw.
Het aannemen van Cocky is dus het doorbreken van een lange traditie. Tevens was er geen beroepingspreek nodig omdat wij in de loop der tijd zowel haar als haar preken hebben leren kennen.
Die dienst op 8 januari was wel zo totaal anders dan wij (wie zijn die ‘wij’ eigenlijk?) gewend waren. Door wie wordt deze nieuwe voorganger ingezegend? Door welke dominee?
Niks een andere dominee; nee gewoon de medebroeder en – zusters in de vorm van de aanwezige kerkenraadsleden.
Ik kon het allemaal zien vanaf de galerij, waar ik probeerde het gebeuren in beeld te brengen. Het was zo duidelijk iets wat ons allemaal aanging. En toen bovendien alle aanwezigen gingen staan om Cocky’s aanstelling te be’amen’ had ik het gevoel dat het hele ritueel teruggebracht werd naar beneden, letterlijk en figuurlijk.
Het gaat over God maar daar houdt het niet op. Die God kan niet zonder onze handen, voeten, mond en hart.
Alles anders: geen man, geen beroepingspreek, geen inzegening door een predikant.
Als wij er moeite mee hebben, helpt deze Boeddhistische spreuk misschien:
Onbestendigheid is een bron van harmonie
als we ons er niet tegen verzetten
hebben we vrede met de werkelijkheid