Wat overwint is niet geknars,
Maar klanken die de oren strelen.
Wat overwint is niet geloei,
Maar het gesprek van gras met regen.
Wat overwint is niet gekletter
maar van een beek het zacht gespetter.
Niet woest gebrul en kwade praat,
Maar vogelzang bij dageraad.
Niet het gepeupel in zijn dwaling,
Maar iemands zachte ademhaling.
Lisa Miller